Zorgaanbieders bezitten regelmatig grote stukken grond aan de randen van binnensteden, en daar blijkt verrassend genoeg nog ruimte te zijn om woningen te bouwen. Toch blijkt het lastig om dit van de grond te krijgen. De vraag van deze aflevering van Vastgoed Gezocht: hoe vinden de zorgpartijen en projectontwikkelaars elkaar? Maarten Bouwhuis en co-host Maarten de Gruyter leggen deze vraag voor aan Arnold Eisses, vastgoedadviseur van RYSE. Peter Mans van Altrecht geeft een praktijkvoorbeeld.
De terreinen van de organisaties in de gezondheidszorg lagen van oudsher meer in het buitengebied, maar als gevolg van stedelijke uitbreiding is dat dichter tegen elkaar aangegroeid. Arnold Eisses ziet daar goede kansen voor woningbouw, en wel om twee redenen. “Het aantal bedden op zo’n terrein neemt af. De zorg wordt ambulanter, we proberen steeds meer mensen thuis op te vangen en het herstel thuis mogelijk te maken. De tweede reden zit in de bekostiging van de zorgorganisaties. Die staat al jaren onder druk. Door terreinen te verkopen en aan te wenden voor woningbouw kun je de bedrijfsvoering van dit soort organisaties verbeteren. Mijn inschatting is dat we hier zo’n 10.000 woningen kunnen bouwen. Bovendien zouden we gebruik kunnen maken van bestaande verpleeghuizen. Iedere gemeente heeft wel een verpleeghuis, en ook daar wordt het terrein vaak ondoelmatig gebruikt. Wanneer je daar de verpleging gaat combineren met wonen, komt dat ten goede aan de bekostiging. Vroeger hadden we bejaardentehuizen, maar die zijn verdwenen omdat we mensen langer thuis willen ondersteunen. Die zitten nu in een vaak te grote woning die niet is gebouwd als huis voor ouderen. Dat geeft ook nog eens extra druk op de woningmarkt. Tot 2030 zijn er 290.000 zorggeschikte woningen nodig, en daar lenen deze gebouwen en terreinen zich bij uitstek voor.”
Arnold weet dat zorgorganisaties dit gebruik van hun terreinen wel in beeld hebben, maar geconfronteerd worden met dossiers die een hogere prioriteit hebben. Het personeelstekort is in deze sector extreem, maar ook de energielasten zijn enorm gestegen.
Praktijkvoorbeeld van Altrecht
Altrecht heeft tussen de 125.000 en 150.000 m2 in eigendom. Lang niet al die ruimte wordt even goed benut. Peter Mans: “Wij zijn in Nieuwegein bijna rond met de verkoop van het terrein. Het gebouw is niet langer nodig om de zorg te verlenen. Vanuit het zorgperspectief hebben we meer behoefte aan vastgoed dicht bij de mensen, en dus binnen de wijken. De zorg verandert, en daardoor verandert het vastgoed mee. Wij verkopen nu ons grote gebouw aan een marktpartij die daar een woningbouwontwikkeling gaat realiseren. We zijn dit ongeveer zes jaar geleden gestart, en hebben met de gemeente als partner het terrein verkocht. Met deze opbrengst kan Altrecht nieuwe panden aankopen en het bestaande vastgoed verbeteren en verduurzamen. Ook in het centrum van Utrecht heeft Altrecht een pand aan de universiteit verkocht.”
Luister de aflevering